Tunnel gaat mogelijk in de verkoop
MIDDELBURG – De provincie overweegt verkoop van haar aandelen in deWesterscheldetunnel. Gedeputeerde Staten denken dat pensioenfondsen en infrastructuurbeleggers bereid zijn te investeren in de tunnel, omdat daarmee een solide rendement valt te halen. De verkoopopbrengst willen GS dan gebruiken voor ‘dekking van belangrijke andere Zeeuwse (infrastructurele) projecten’, zo staat in de voorgestelde aandeelhoudersstrategie aan Provinciale Staten.
Het uitgangspunt is dat het ‘Zeeuwse publieke belang zo optimaal mogelijk moet worden gediend’. Het college gaat in samenspraak met de tunneldirectie en de Raad van Commissarissen verschillende scenario’s in kaart brengen. Een (gedeeltelijke) verkoop van het overheidsbelang in de tunnel is één van de drie varianten die de provincie voor ogen heeft. GS gaan er in dat geval bij voorbaat van uit dat de toltarieven zullen stijgen en het provinciebestuur daar ook geen invloed meer op kan uitoefenen. Maar de andere kant van die medaille is dat met een dergelijke transactie wel een groot bedrag beschikbaar komt voor andere beleidsdoelstellingen, aldus het college. De twee andere scenario’s die GS inbrengen in de discussie, gaan uit van zo laag mogelijke tarieven en het zo snel mogelijk tolvrij krijgen van de tunnel.
De provincie bezit sinds 1 juli 2009 alle aandelen van de Westerscheldetunnel NV. Voordien was het Rijk voor 95,6 procent aandeelhouder. De provincie had het resterende deel in eigendom. De regering gaf in 2005 aan haar belangen in de tunnel te willen verkopen. Dat voornemen leidde tot protest van het Zeeuws provinciebestuur. Uiteindelijk besloot de provincie tot aankoop van het volledige aandelenpakket.
Het dividend dat de provincie zo jaarlijks opstrijkt, is niet vrij besteedbaar. Over 2013 was dat een bedrag van 6,8 miljoen euro. Dat geld wordt toegevoegd aan een bestemmingsreserve. Uit die pot betaalt de provincie onder meer haar deel in de bouw en het onderhoud van de Sluiskiltunnel.
De aandeelhoudersstrategie vergt goedkeuring van Provinciale Staten. Het voorstel wordt 23 januari besproken in commissieverband.